aanslagen van 22 maart 2016

De aanslagen van 22 maart 2016 – een keerpunt voor mijn carrière bij de politie.

Vorige week was ons Belgisch koningspaar op werkbezoek in New York. Zo brachten ze o.a. eerbetoon aan Ground Zero, samen met een aantal Belgische politiemensen die de aanslagen in ons land van 22 maart 2016 van dichtbij meemaakten. Hun aanwezigheid was een eerbetoon aan alle hulpverleners van de aanslagen.

Deze intro brengt mij naadloos tot het verhaal dat ik wil vertellen. Geen gemakkelijk verhaal. Het verhaal krijgt een plaats in mijn leven. In stukken en brokken. Stap voor stap. Een verhaal waar ik veel uit geleerd heb. Wat ik opnieuw dagelijks inzet in mijn onderneming.

Voor ik startte met mijn onderneming heb ik o.a. 10 jaar als slachtofferbejegenaar gewerkt bij de politie Brussel West. Concreet betekent dit dat wij opvang, informatie en bijstand verleenden aan slachtoffers of nabestaanden van geweldsdelicten. Daarnaast gaven wij ook regelmatig opleiding aan het politiepersoneel.

Tijdens deze periode heb ik ontzettend veel geleerd. Dat neem ik allemaal mee in mijn ondersteuning naar ouders. Ik zet er een aantal op een rijtje.

1. Veiligheid bieden.

Als je voor het eerst contact hebt met een slachtoffer, is het van belang om veiligheid te bieden. Op zo’n momenten zijn de meeste slachtoffers totaal ontredderd en weten ze niet wat gedaan. Je krijgt ook de meest uiteenlopende reacties. Elke persoon reageert op zijn manier. Door veiligheid te bieden, krijgen mensen terug vaste grond onder hun voeten. Zoeken naar concrete handvatten waarop ze verder kunnen bouwen. Een houvast in moeilijke momenten.

Ouders die bij mij aankloppen hebben dikwijls al van alles geprobeerd. Ik vind het dan ook ontzettend belangrijk om een veilige omgeving te creëren waar mensen hun verhaal kunnen vertellen, vaak problemen waar ze niet durven over spreken. Een plaats om hetgeen er wringt te kunnen en mogen bespreken.

verbinding

2. Eerlijkheid.

Eerlijk zijn, ook al is de boodschap heel moeilijk – zeker bij slechtnieuwsmeldingen. Het heeft geen zin om ‘blaaskes te verkopen’ of iemand met een kluitje in het riet te sturen. Dat komt als een boemerang terug in je gezicht. Dit heb ik verschillende keren gezien bij anderen. Het is niet mijn manier van werken. Ik begrijp dat, want soms is het inderdaad gemakkelijker omdat we er dan ‘vanaf’ zijn, het probleem ontwijken en ‘de ander zal het dan wel doen’. Niet voor mij dus, ik geloof daar niet in, nog altijd niet. Mensen willen niets liever dan de waarheid op zo’n moment. Inzicht krijgen, begrijpen, info krijgen over hetgeen er gebeurd is. Om verder te kunnen, hoe moeilijk de omstandigheden ook zijn.

Zo ook als ik met ouders werk. Door mijn jarenlange ervaring heb ik snel inzicht in situaties en mensen. Tijdens het kennismakingsgesprek vertel ik hen eerlijk als ik hen niet kan helpen, als het mijn vakgebied niet is. Ik verwijs hen dan door naar andere instanties.

3. To the point.

Ik hou niet van wollig gedoe, van het omfloerste. Dat maakt het alleen maar ingewikkelder. Moeilijker. Ik zeg liever waarop het staat. Meermaals heb ik meegemaakt bij een slecht nieuwsmelding dat agenten schuifelen, niet weten hoe ze zo’n moeilijke boodschap overbrengen. Mensen zijn niet gewoon om met gevoelens om te gaan. Om gevoelens er te laten zijn. Hebben angst voor de reactie. Dat is helemaal ok. Dat is menselijk. Uiteindelijk deed ik de gesprekken zelf. Ik gaf concrete info, de info die op dat moment beschikbaar is.

tous-ensemble - 22 maart 2016

Zo ook tijdens mijn gesprekken met ouders. Ook als het moeilijk is. Dan heb je even tijd nodig om alles op een rijtje te zetten. Jezelf afvragen of het wel klopt. Zelfreflectie. Samen zoeken naar de best mogelijke oplossingen. Stap voor stap, op het tempo van de ouders.

Na de aanslagen in Parijs, november 2015, werd het dreigingsniveau in Brussel opgetrokken naar niveau 4. De aanwezige, ‘onderhuidse’ stress, het dreigingsniveau, het altijd op je hoede zijn als je buiten ging, vroegen veel van mijn energie. Mijn dochters (toen 6j) en mijn partner werden angstig en waren onrustig telkens ik naar het commissariaat in Koekelberg – op een boogscheut van Molenbeek – vertrok. ‘Komt mama nog terug?’ ‘Mama ga je ook sterven?’ … Dat weegt door op den duur. Dat begint te knagen.

De aanslagen in Brussel – metro Maalbeek – hebben o.a. emotioneel veel van mij gevraagd. Dat merk je pas nadien. Op het moment zelf leef je in een roes, een bubbel waar je even uitkomt om te eten en te ‘slapen’. Je bent thuis, fysiek ben je een vod. Weinig besef van dag en nacht. Veel verdriet, onzekerheid en ongeloof. Want het zit in je lijf en je draagt het mee, ook als je uit de bubbel komt. Op zo’n momenten leef je vooral op adrenaline. De weerslag komt pas later. In stukken en brokken. Ik kan het nog niet altijd goed verwoorden. De tijd zal komen dat het lukt. Als het beetje bij beetje een plaats heeft gekregen.

Toen was het genoeg. Basta. Trop is te veel en te veel is trop. Voor mijn gezin. Mijn kids. Mezelf. Ik heb veel geleerd tijdens mijn loopbaan bij de politie. Die ervaring neem ik mee.

Eind augustus 2016 nam ik afscheid – toch met wat pijn in het hart en oh zo dankbaar voor de kansen die ik kreeg!